Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de vennootschapsbelasting 1969

 

Artikel 23b
1
Bij een aangewezen kredietinstelling of beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 5.14, artikel 5.15 of artikel 5.18a van de Wet inkomstenbelasting 2001 of een aangewezen participatiemaatschappij als bedoeld in artikel 5.18 van die wet, wordt in de ingroeiperiode, bedoeld in die artikelen, voor elke maand van die periode de volgens artikel 22 of krachtens artikel 28 verschuldigde belasting vermeerderd met een lumpsumheffing. De lumpsumheffing wordt berekend naar de situatie aan het eind van de maand en bedraagt 0,2 % van het verschil tussen het van beleggers aangetrokken vermogen en 100/70 van hetgeen daarvan is aangewend ten behoeve van projecten als bedoeld in artikel 5.14, derde lid, 5.15, derde lid, 5.18, tweede lid of 5.18a, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001.
2
Indien in enig jaar een aangewezen kredietinstelling of beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 5.14, artikel 5.15 of artikel 5.18a van de Wet inkomstenbelasting 2001 een aangewezen participatiemaatschappij als bedoeld in artikel 5.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001 niet langer voldoet aan de voorwaarden gesteld voor die aanwijzing, wordt bij die instelling of maatschappij de volgens artikel 22 of krachtens artikel 28 verschuldigde belasting over dat jaar vermeerderd met een bedrag ter grootte van een in de volgende volzin aangegeven percentage van de waarde in het economische verkeer van het vermogen van die instelling of maatschappij op het tijdstip dat niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan. Het in de eerste volzin bedoelde percentage bedraagt voor elke maand vanaf het niet meer voldoen aan de voorwaarden tot de intrekking van de aanwijzing 0,2.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AD6459, Cassatie, 36772
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    26-04-2002
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    Hoge Raad der Nederlanden D e r d e K a m e r Nr. 36.772 26 april 2002 JMH Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's- Gravenhage van 29 november 2000, nr. BK-98/02078, betreffende na te melden aan X te Z opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen...
  • LJN BA8555, Eerste aanleg - meervoudig, 06/3036
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    28-06-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Haarlem
    Ongedaanmaking herkapitalisatie. Verhoging terecht geheven. Geen sprake van dwaling of strijd met EVRM/IVBPR
  •